Verdiepingsweekend krijgskunst
6-7 december 2014 te Hasselt

Remy

Afgelopen weekend raakte behoorlijk aan de kern van mijn bestaan. Dit ontstond vooral door de vraag 'welke strijd ik nou eigenlijk voer? Is dit de gedroomde strijd die in me slaap houdt of is me de aard echt helemaal duidelijk? Een stevige die vraag een perspectief opwerpt van het jezelf voor de gek houden. Jezelf voor de gek houden op een diep niveau. Dit was behoorlijk onthutsend en heeft me laten inzien hoe misleidend beeldvorming werkt. Willen voldoen aan de geslaagde beoefenaar die de strijd van alle conflict oplost als een spirituele super-samourai. Forget it. De strijd die geleverd moet worden gaat hier aan voorbij. Het enige dat uiteindelijk overbleef bij het uitdiepen van deze vraag was het voelen van verlangen naar oprechtheid. Want wat is dan wel écht?

Er was nu ruimte voor twijfel ontstaan waardoor ik me afvroeg of ik me niet alléén maar bezig hou met een gedoomde strijd. Bij het avondeten in het restaurant werd me iets duidelijk. Het bleef namelijk wringen en kon me er niet mee vereenzelvigen dat ik me alleen maar voor de gek hou. Ze kunnen allebei tegelijkertijd aanwezig zijn en ik bepaal in welke mate, door goed te kijken naar het verschil tussen de strijd van de droom of de strijd om echtheid. Dat het aspect van de 'gedroomde strijd' nu aan bod kwam en me hiermee liet kennismaken werd een geschenk. Die juist door het oprecht zoeken kan worden belicht. Hiermee werd het ventiel van zwaarte en twijfel opengedraaid. Wonderbaarlijk hoe een kramp of vernauwing van het ene naar het andere moment door inzicht wordt verruimd. Het leren kennen van de gedroomde strijd zal me helpen waakzamer te zijn.

's Morgens voor de ochtend-meditatie hebben we lange tijd geklonken. Ook hier was een confrontatie, die me een van de maskers liet zien die ik hanteer. Het masker van gemak. Het bunkertje waarin ik veilig vertoef. Pas bij het krijgen van extra moeite kon ik me er niet meer verschuilen en moest ik er uit breken. Ik raakte onderhevig aan een energie die voelde alsof ik aan 220v was gekoppeld. Achteraf gezien een beleving van leven die ik nog niet helemaal kan plaatsen. Aangezien ik hier weinig meer kon doen dan doorgaan met klinken, kan ik alleen maar vertrouwen dat het heilzaam was.

Het was een stevig weekend en ondanks de fijne sfeer was deze strijd, die blijkbaar geleverd moest worden ook uitputtend. Soms besef ik pas later welke grote waarde iets heeft. Ik besef dat dit voor het verdiepingsweekend ook geldt.

Mijn belangrijkste vraag/verzoek is: 'Grootste kracht, maak mij jou.'


Nikkie

Is er een strijd voelbaar? En welke strijd wordt er dan geleverd?
Deze vraag wekte bij mij een erkenning op van een aanwezige strijd met onzekerheid en angst. Tijdens verschillende oefeningen heb ik gemerkt dat er continue een soort strijd geleverd moet worden: contact maken met mijn lichaam en ademhaling zodat er ruimte ontstaat voor neutrale gewaarwording. Ik ben dan niet slechts een stug object dat zich onbezonnen blijft herscheppen, maar ik voel me meer een toeschouwer die kan genieten van het bewogen worden.

Deze gewaarwording vraagt alleen wel, met al zijn gezag, om een continue betrouwbare overgave. Zodra mijn blikveld veranderde door een verschijnsel of het maken van een draai of bocht was er moed en vertrouwen nodig om me te blijven oriënteren vanuit deze innerlijke pool. Want zodra ik weer in slaap viel en mijn zintuigen de herkomst waren van mijn gewaarwording was deze strijd verloren. Angst en onzekerheid kregen toegang waardoor ik me liet leiden door voor- en afkeur. Dit gebruikelijke mechanisme geeft me dan wel een schijnzekerheid waarbij ik gezag meen te hebben om dingen te kunnen vermijden. Maar hoezo genoegen nemen met deze illusie nu ik zie dat er een veel ruimer, vriendelijker en meer open perspectief mogelijk is?

Alleen vanuit dit innerlijke gezag, waar geen sprake is van keuzemogelijkheid over gezag omdat het van nature heerst, kan er een grotere ‘strijd’ geleverd worden. Dit voelt eerder aan als een ‘gediende strijd’ of bewegen vanuit de bedoeling, want het innerlijke gezag is op dat moment gevestigd en alles wat zich aandient mag en kan mee gespoeld worden.

Ik begin me gelukkig bewust te worden van hoe snel ik afgeleid ben door externe en interne prikkels. Hierdoor voelt de uitnodiging om telkens deze strijd aan te gaan als de moeite waard i.p.v. als iets moeizaams wat liever vermeden wordt. Laat ik beter zeggen dat deze strijd dierbaar begint te worden waardoor ik de dingen om me heen eerder als hulpmateriaal dan obstakel beschouw.

Aikido in zijn geheel begint voor mij zo steeds ruimer aan te voelen, niet zozeer vanuit de technieken of vaardigheden maar door het werken van binnenuit. De vormen (techniek, beweging, adem-klankwerk) die zich aandienen nodigen me hiertoe uit, zodat er ook daadwerkelijk verbinding kan ontstaan met wat zich aandient.

Dus kan ik daarmee concluderen dat de specifieke vorm niet bepalend is voor mijn innerlijke kwaliteit? Vanuit de grotere ‘gediende strijd’ niet, en deze middenweg lijkt me toch wel noodzakelijk voor aikido als pad van spiritueel krijgerschap. Dus wel of geen voeten op de mat, dit pad dient zich ten alle tijden in volle omvang aan en nodigt mij continue uit om de juiste strijd te voeren.

Een goede vraag zou dus kunnen zijn: Moge het grote gezag van het leven continue heersen.
Dank aan de krijgers voor de liefdevolle en oprechte omgang.


Maurice

Het weekend was een fijne combinatie van overleg en op de mat werken. De trainingen werden rustig opgebouwd en er was alle ruimte voor overleg.

Zoals vaak wordt gezegd: ‘Wat gaat de tijd toch snel’. Over dit aikidoweekend zou ik ook kunnen zeggen: ‘Wat gaat de tijd toch snel’. Maar ik heb een wezenlijk verschil gevoeld tussen oppervlakkigheid en diepte. Daarbij kan ik niet spreken over wat gaat de tijd snel. Ik zou beter kunnen zeggen wat mis ik allemaal. Ik mis zo veel en ik weet niet waarom. Aikido geeft je een directe uitnodiging. Als een klap in je gezicht doet die een beroep op je aanwezigheid. In die uitnodiging voel ik dat ik weinig connectie heb met mezelf. Het wordt steeds duidelijker hoe vast ik zit. Ik voel hoe moeilijk het is om mezelf te voelen, laat staan het geheel te zien. Doordat dit  duidelijker wordt komt er meer ruimte voor openheid en ontspanning. Ik moet mezelf rechthouden, ik moet zelf die connectie leggen, maar wie herinnert mij eraan? Een leraar als Ad die deze stroom wekt. Mijn dank.

In het overleg vroeg Ad: ‘Wat is op dit moment je best mogelijke vraag?’
Voor mij was dat: ‘Hoe word ik bewogen?’
Het advies luidde: ‘Neem deze vraag mee en laat deze aanwezig zijn in je oefenen’.

De volgende ochtend deden we een klankoefening. Vanuit de buik laat je de adem hoorbaar worden die voor een klank zorgt. Ad zei: ‘Laat de klank het leven zijn’ en op dat moment werd ik herinnerd aan mijn vraag. Ik merkte op dat mijn (rustige, diepe) ademhaling niet echt was maar een idee van hoe het zou moeten zijn. Mijn denken over hoe het zou moeten zijn leek ineens een piepklein plateautje dat in elkaar klapte. Doordat ik bij de ademhaling bleef, werd er meer opgenomen in een grote ruimte die echter voelde dan mijn eigen (veilig) plateautje. Dit geeft veel vertrouwen in dat er een grotere werking is dan dat ik nu kan maken. Alles opengooien en ontdekken, voelt ruimer dan vasthouden aan eigenwijsheid.

Dank aan alle krijgers

Landau

In heel mijn beleving zie ik maar één vijand; alle andere tegenstanders en obstakels zijn slechts projecties daarvan. Deze ware, ene vijand is de innerlijke onrust die is geboren uit de onduidelijkheid omtrent mijn bestaan.

Dit besef is van enorm belang om de strijd in de naam der liefde zinvol te laten zijn. En liefde is omwille van mij, het Zelf, niet omwille van iets anders. Want pas vanuit eigen vervulling kan het universum gevuld worden.
Omgekeerd: mijn behoeftigheid blijft zolang de onduidelijkheid omtrent wat ik ben niet opgelost wordt. Dit en niets anders is mijn kernprobleem. Uiteindelijk is dus gebleken dat het Zelf mij het meest dierbaar is, ook al weet ik niet wat dat dan is. Ik heb in ieder geval het doel helder.

De waarneming dat ik in deze zoektocht zelf mijn eigen vijand ben haalt de neiging weg om te reageren op beeldvorming en daarmee blijft de kostbare levensenergie ‘binnenshuis’. Ongeduld met verschijningen zoals een tegenstander op de mat bestaat omdat er geen vertrouwen is in de werking van het universum. Zo ontstaan maatregelen. Zonder deze uitwaaiering komt het identiteitscreërende mechanisme in beeld dat schuilt achter de effecten van maatregelen nemen. Maar als die armzalige ontruststoker in beeld komt, wat zit daar dan weer achter?

Geest, adem, lichaam (houding) kan betekenen: onrust (geest), invulling (adem), aannames (lichaam) en dus een oceaan van ellende.
Maar het kan anders: de beleving van geest, adem, lichaam kan gekoppeld worden aan zuiver, groot en open. Ik zie dat de juiste houding altijd begint bij de geest, niet bij het lichaam of bij de adem. Die laatste twee zijn slechts ingangen wanneer de verbinding met de geest te heftig verstoord is om daar direct op in te steken.

Ik wil niet meer aan de slag met een onnodig kleine insteek die zich bezig houdt met aanvaarding, vertrouwen en heel die riedel. Het valt zo snel uit elkaar in therapeutisch gemangel. Nee, geef mij liever de grootste gemeenschappelijke deler (ontdeler?) van al die aspecten. Wat houdt alles bij elkaar? Waar komt alles samen? Waar maak ik deel van uit? Wat verbindt al die deelaspecten en maakt van alles één?

De verdiepingsweekenden in Hasselt lijken in toenemende mate een informeel karakter te krijgen. Hoe dan ook, deze sfeer helpt mij om het oefenen en de wereld verder te laten samensmelten. Zo krijgt geen van beide kanten een overdreven zwaarte mee en worden ze onttrokken aan de verpulverende greep van het onrustige ego. Kan het Zelf gaan wennen aan Zelf-beleving.

Wijsheid overwint kleinheid. Uiteindelijk.