Retraite 7 t/m 11 september 2015
Verslagen van deelnemers


BELICHAMING

Van begin tot eind verloopt het wijsheidspad in
het bevrijdend licht van de tweevoudige bodhichitta:

• transcendente, ultieme bodhichitta
van waarheidsbesef, leegte (shunyata)

• functionele, relatieve bodhichitta
van mededogen, inzetbaarheid (upaya)

De bodhisattva is permanente belichaming van
dit wijs en liefdevol hartsbewustzijn.


Studiemateriaal tijdens deze retraite:
artikel 'Totaalbestaan'


YVONNE

Ik ben gerust: ik besta niet. Dankzij de hulp van een bodhisattva heb ik kunnen voelen dat het ik geen identiteit heeft, maar uit losse delen bestaat die er allemaal zijn om te voelen en te beleven. Grote ik en kleine ik vielen samen. Deze volheid, waarin alles er mocht zijn, voelt als een groot geschenk waarmee ik me kan oefenen om ál wat ik in mezelf nog niet waar wilde hebben, te aanvaarden.

Belichamen van waarheid, het thema van deze retraiteweek, kon niet beter voelbaar worden. Alles toelaten is kracht, geen zwakte. Het gaat niet om mij, het gaat niet om de kleine strijd die ik neig te voeren. Door alle houvast los te laten, ook het houvast aan oefenen, aan Stiltij en voorgenomen leerlingschap, heb ik in alle vrijheid opnieuw ja kunnen zeggen tegen waarheid. Maar nu niet meer als een sprookje, maar inclusief alle nee's en alle daarmee gepaard gaande onrust en moeite die zo hardnekkig opspelen.

De grote strijd is nu aangegaan, verzet is ten einde. Laat maar stromen, ik zal alles verwelkomen.
Ik hoef het leven niet langer te leven, het leven leeft mij.
Genoeg gespeeld: tijd om volwassen te worden.


BIRGITTA

Ik ben niet God, maar God is mij.
Dit maakt voor mij de samenhang en hiërarchie definitief duidelijk.
Een gevoel opgenomen te zijn.

God is niet buiten en niet binnen, en buiten en binnen zijn niet werkelijk. Maar werkelijkheid is inclusief buiten en binnen: een verzadigend besef, dat ook weer losgelaten moet worden. Alles, ook waarneming, denkbeelden en inzichten, zijn niet de werkelijkheid zelf. Om door leven te worden belichaamd, moet ik ook hier niet hechten.

Het is nog niet zo gemakkelijk om mijn duidelijkheid uit te drukken. Al snel verval ik in wijsheden en schetsen van hoe het werkt. Gevoel helemaal laten meestromen is nog nieuw en onwennig. Ik ontdek nu pas dit andere terrein dat echt anders werkt. Pas als ik stilval, kan ik gaan luisteren wat hier leeft. Wat ik wil en wat ik ervan vind en hoe ik het noem is allemaal niet interessant. Het gaat me om waarheid zelf.

Waarheid, laat me jou leren kennen, alsjeblieft.
Laat me stil zijn en luisteren.
Laat me mijn hart aan je geven en laat me nooit meer vergeten dat jij mij bent.
Liefs, Birgitta.


MAURICE

Opgaan in de grote stroom: dat is wat ik wil. Ik hoef niet stand te houden.
Het verdedigingsmechanisme dat ik altijd heb gehanteerd is doorbroken door het eeuwige geduld.

Weet hebben, dat mijn lichaam nooit is gescheiden en dat alles mij is, verandert mijn waarneming.
Er ontstaat grote interesse in wat ik ben.
'Dit is niet van mij en dat wel' voelt als een gepasseerd station.

Ook het juiste idee van je inzetten geeft een heel andere wending: ik hoef niet extreem vurig te branden.
Dat geeft een bevrijdend gevoel en ruimte om vanuit een grote waarneming alles te leren kennen.
Dankjewel.


REMY

Bij aanvang van de sesshin retraite kwam de vraag: 'Geloof je echt dat waarheid bestaat, en geloof je dan dat waarheid belichaamd kan worden?' Het voelen van mij 'Ja' voelt als een groot geschenk.
Het is noodzakelijk om aan te kunnen sluiten op de kracht van bodhichitta.

Deze week heeft me meer duidelijkheid geschonken over het oplossend vermogen van bodhichitta. Toch voel ik ook duidelijk dat de aantrekkelijkheid van de wereld niet enkel op basis van moraal weggezet kan worden.
Alles willen kennen, niks ontwijken, en vanuit bodhichitta alles kunnen loslaten.

Deze grondige aanpak brengt me intenser bij het besef hoe belangrijk het is mezelf serieus te nemen.
De pijn dit niet te doen wordt steeds ondraaglijker.
Steek na steek laat ik vallen, grens na grens wordt overschreden.


LANDAU

Dit stuk onbenul ziet zichzelf als waarheidsdienaar - wat dat ook mag betekenen. Hij kan het mooi vergeten om te reppen over gewonnen duidelijkheid omtrent waarheid. Wat mij duidelijk is zal elk moment blijken uit de praktijk: daden spreken luider dan woorden.

Er moet schoon schip gemaakt worden nu: hechting aan ik-spul loslaten en de waarheid gaan belichamen, zoals mij dit al jaren wordt voorgehouden. Het is alsof ik in een huis sta, dertig jaar lang aan één stuk door gefeest heb en niet één keer tussendoor gepoetst. Tenminste, de blindheid is al minimaal dertig jaar aan de gang, en misschien wel veel langer.

De rommel in huis heeft zich torenhoog opgestapeld: de scherven en scheuren in het meubilair komen door arrogant gedrag, de drek van zelfmeelij druipt van onder tot boven langs de muren, de stank van beeldvorming heeft de buren weggejaagd en het geheel is bedekt met een broeiende schimmellaag van zelfgenoegzaamheid.

Maar het feest is voorbij: de drank is op, de dj naar huis en de gasten met de noorderzon vertrokken. Het licht gaat aan en ik overzie de bende. Vergeet het idee van waarheid maar, hier gaat stront geschept worden. Dieper kan ik niet zinken.


NIKKIE

Ik heb deze week wat geproefd van mijn thuis. Dit voelt zo compleet, bijna hyper word ik ervan! Ik voel een neiging er bijna verslaafd aan te raken. Mijn zelf gecreëerde houvast meldt zich al vrij opdringerig voordat ik bij mezelf heb kunnen aanbellen. Als ik deze 'vervelende' buurman nou eens geen gezag meer geef, kan ik de geur van thuis zijn direct gaan herkennen en eindelijk naar binnen gaan.

Mijn hele hebben en houden ligt er vadsiger bij dan ik me had voorgesteld. Wat ga ik nu doen? Pak ik mijn stretcher en ga ik verder stinken? Of wordt het de grote schoonmaak? Ik wil vrij zijn, ik wil echt zijn, ik wil mezelf zijn! Dus aan de bak.

Waar moet ik beginnen? Ik neig naar de tuin; daar kan ik licht, dynamisch en oppervlakkig aan de slag, en misschien af en toe nog een praatje maken met de o zo 'vertrouwde' buurman. Nee, ik moet en wil binnen blijven. Hier is genoeg werk te verrichten. Als het dan niet meer zo stinkt wil de buurman misschien wel een keer op de koffie, en kunnen we elkaar eens echt leren kennen.

Nee, ik stink niet erger dan hij, en hij niet meer dan ik; laat ik hem uitnodigen en vragen of hij me wil helpen bij het wassen van mijn ramen.