Wake 26 t/m 30 dec. 2015, Moorveld

Yvonne

Het was fijn, verrassend en confronterend om weer opnieuw te onderzoeken wat de wake eigenlijk behelst. Hoe makkelijk denk ik ‘och, dat hebben we vorig jaar ook al onderzocht, dat is wel helder, dus kunnen we nu meteen aan de slag’.

Als we erop uitkomen dat waken niet alleen een passief, achteroverleunend ‘je licht op alles laten vallen is’, maar zowel een actieve behoedende als bemoedigende houding vraagt, hoe ontnuchterend is het dan, te ontdekken dat je alleen al dit behoeden niet eens aan je zelf toevertrouwt. En dan wel over anderen willen gaan waken? Alle romantiek ten aanzien van het wake de deur uit. De intentie om over alles te waken blijft, maar eerst dit eigen verwarde veld maar eens goed bekijken en onder handen nemen. Dus werk aan de winkel, heel concreet en heel dichtbij.

Essentieel blijkt onthechting, en tijdens de studieblokken hebben we dit in allerlei verfijning onderzocht en nagevoeld. Alles loslaten, ik voel dat dit de bedoeling is, maar in de praktijk blijkt het niet zo eenvoudig. Tijdens een oefening waarbij we op een luik staan met daaronder de afgrond, wordt het al enigszins voelbaar hoeveel vertrouwen er nodig is om geen enkele houvast meer te hebben, en als het ware elk moment klaar te zijn om te sterven.

Maar ja, ik waan me nog veilig omdat het toch niet echt is, dit luik, de afgrond. De volgende ochtend zitten we langdurend in seiza en klinken we een continu ‘ja’, een ‘ja’ zeggen tegen alles. Ik zak steeds dieper in mijn lijf, in mijn adem, en ergens kom ik op een punt dat ik voel dat ik moet loslaten, geen houvast meer, het luik is nu werkelijkheid geworden. Ik val in de diepte, en zie tijdens het vallen de neigingen van grijpen, van twijfel, maar het vertrouwen is sterker. Ik word opgevangen en gedragen in ruimte en rust; zo leer ik langzaam wat het is om te onthechten en te vertrouwen.

Al een tijdje voel ik een toenemend verlangen om te verdwijnen. Maar ergens leek het ook of ik daarin nog iets miste. Zeker is vertrouwen en overgave nodig, maar ook daarmee voelde het niet volledig. Een paar dagen voor de wake overviel me een verlangen van verschijnen. Nog niet goed wetende hoe het te plaatsen, voelde ik ook een terughoudendheid vanwege hoogmoedigheid.

Ad maakte tijdens een studieblok voelbaar met behulp van visualisatie, hoe je door achterover te leunen in het leven, als het ware achter een flexibele wand kunt verdwijnen, waarna het leven zelf jouw weer door de wand naar voren kan stuwen, zodat er langzaam contouren zichtbaar worden, als een soort masker, neutraal en toch herkenbaar. Er viel daar iets op z’n plek, maar heb het nog niet helder. Ik ken het gevoel van alleen maar willen verdwijnen, maar dan meer vanuit een belang (ergens vanaf willen zijn). Het verlangen om te willen verschijnen, hoort dat bij het verlangen om te willen verdwijnen? Kun je verdwijnen zonder te verschijnen?


Remy

Ik ben erin gestonken. Zaterdagmiddag om drie uur begon het waken en ik vond het wel mooi om  samen de wereld wat licht en liefde te gaan schenken. Wat een giller. De afgelopen wake werd totaal anders dan ik me had voorgesteld. Is dit ook wel eens niet zo?

Zoals gebruikelijk begonnen we met visie. Wat is nou eigenlijk waken? Al vrij snel kwam de vraag of ik door mezelf bewaakt zou willen worden? Met de mond vol tanden werd me al snel duidelijk dat werkelijk waken geen romantiek kan gebruiken. Waken is waken voor waan. Het is keihard werken geblazen en op de eerste plaats aan mezelf. Hoe kun je goed waken als je zelf nog onderhevig bent aan de behoeftige betoveringen van de geest? Welke factor maakt mij dan zo tot een onbetrouwbare waker, dat ik mezelf niet aan mezelf toevertrouw? Duidelijker werd hoezeer dit te maken heeft met het juiste gezag.

Ergens in het begin van het waken ervoer ik veel moeite met deze ontnuchterend aanpak. Moet het nou écht zo absoluut? Kan ik nu dan helemaal niets voor die wereld doen die zo hard in brand staat? Ik raakte de verbinding kwijt met mezelf en het onderricht en de weerstand vervaagde alles tot een concept. Toch heeft deze ontstane moeite iets laten barsten en een rijkdom blootgelegd dat me heeft geholpen dieper te gaan dan ik zelf bedenken kan. Met veel dank aan Ad die onverbiddelijk geen genoegen neemt met half werk.

Ter ondersteuning van het waken hebben we de vier gehechtheden van Sachen Kunga Nyingpo bestudeerd, aan de hand van het commentaar daarop door Dzongsar Rinpoche. Een rijke uitbreiding van de visie op onthechten. Het laat duidelijk zien hoe vérgaand hechten werkt. Zolang er ook nog maar een klein beetje grijpen plaatsvindt, is er een ‘ik’ die iets doet. Alleen maar leven zijn, en de vormen als een veranderend masker van leegte leren aanvaarden en belichamen is het beginpunt van waken. Pas dan is de wereld gebaat bij een bodhisattvaschap dat vrij en liefdevol kan bijdragen aan het oplossen van leed.

Het waken was intens. Ontnuchtering heeft plaatsgevonden. Er was ruimte voor verwarring en twijfel. Er zijn ontwakende klappen uitgedeeld. Expressie is verder verdiept door de schotten open te zetten en ruimte te laten ontstaan voor nieuwheid. Er is op een valluik gestaan en gezeten, waardoor overbodigheid smolt. Er was verdwenen raken in adem en verschijnen in klank. Er is wakend gezeten en als een oen gesuft. Het openen is verruimd en vertrouwen gesterkt.
Iedere dag is een goeie dag en dit waren goeie dagen. Ik ben dankbaar voor deze gelegenheid en voor het goede gezelschap.


Birgitta

Wat is een wake? Hoe kun je goed waken? Waar waak je voor, of over wie?

Ik kan nog niet eens over mijzelf waken. Beeldvorming maakt dit tot een listige aangelegenheid. Aan den lijve moest ik de verhardende en isolerende werking van beeldvorming ondervinden, waardoor verbinding tot een illusie werd. Alle reden dus om het waken niet groots in te zetten naar ‘alle levende wezens’, maar eens goed te kijken hoe dit veld zuiver kan blijven.


Ed

Ad heeft een aantal keren aangegeven dat de Wake een tweevoudig aspect heeft.
Het enerzijds borgen van je innerlijke goedheid en anderzijds vandaaruit werken aan je gevende houding als bodhisattva.

Twee dingen die mij heel helder zijn geworden:
- de eindejaarswake is in essentie een training in de weg van de bodhisattva
- bodhisattvaschap begint bij jezelf

Tot leven komen is wat er van mij gevraagd wordt; tot leven komen is ook het enige wat mij nog rest.
Niet een wereld als vertrekpunt, als inspiratie, als bron of ijkpunt van mijn handelen. Afgedaan dat kleed van wereldverbetering. Ik wil al die aangekoekte opgeblazen onechtheid, de illusie van een ik, leeg laten lopen en plaatsnemen, leunen in een groter verhaal.

Wij scholen ons in Stiltij niet specifiek via het hanteren van koans. Dat neemt niet weg dat je op je pad van beoefenaarschap wel degelijk daarmee van doen hebt. Je krijgt te maken met ogenschijnlijk onoplosbare tegenstellingen. Bijvoorbeeld: de gelofte mensen te helpen terwijl je eigen onkruid welig tiert.

Ad gaf ons voorafgaand aan het eerste trainingsblok richtlijnen en in het algemeen een appél op waakzaamheid mee, ons bijvoorbeeld te hoeden voor het koesteren van slachtofferschap - een mooie ondersteuning voor het oplossen van mijn minderwaardigheidscomplex!

Er wordt gekanteld! Kom op met die kritiek.
Alle hulp is welkom als ik mijn ik naar de slachtbank leid.


Roeland

Bij het navoelen en onderzoeken waarover ik zou waken tijdens de wake, kwam ik er al snel achter dat het waken niet een ander dan louter mijzelf zou gaan betreffen. Het waken over mijn zelf. Dat deze persoon niet méér verwikkelingen en condities aan zal gaan, maar eerder ontstaan karma oplost. Daarnaast ervoor waken dat de bodhisattva in mij bemoedigd wordt op zijn weg naar verinnerlijking, dat zijn interesse voor de Dharma en de belichaming daarvan toeneemt, dat de waakvlam oplaait en het huis in brand zet.

Hoe gek het ook klinkt, voor deze romanticus en wereldverbeteraar, het eerste en belangrijkste werk voor mij, als bodhisattva in de dop, is zijn eigen stoepje schoon te vegen eer ik de 'buren' schoonmaaktips geef, laat staan hun help met hun stoepje. Ik mag verheugd zijn, in deze beeldspraak, dat niets van mijn rommel tijdens het opruimen overwaait naar anderen.

Het bespreken tijdens de visiegesprekken van Dzongsar's (Jamyang Khyentse Rinpoche) commentaar op Sachen Kunga Nyingpo's 'The Mind-training of Parting from Four Attachments' voelde erg zinvol en allesomvattend. Ook nu bij het lezen van deze tekst thuis blijkt duidelijk de toengankelijkheid (zeer leesbaar), definitiviteit (eindperspectief is helder en direct voelbaar) en de toetsing op de juiste houding hiertoe - wat steeds weer confronterend is en de lezer dwingt tot navoeling. Ook de interesse in bodhisattva Manjushri wordt verder gewekt en Manjushri zelf wordt daardoor voelbaarder.

De wake had het open karakter van een wekelijkse training maar voor mij het effect van een retraite. Ontnuchterend en bemoedigend tegelijk.
Dank aan de leraar en het goede gezelschap voor deze vruchtbare periode.


Maurice

Het karakter van de wake was door mij al ingevuld voordat de wake begonnen was. Tijdens de wake is dat in een ander licht geplaatst. In het idee dat ik alles doe, ging ik ook waken. De wereld behoeden vanuit welke duidelijkheid? Ik ben een oelk, en snap nu dat niemand iets heeft aan een oelken. Waken is voor mij nu vertaald naar mezelf serieus nemen. Ik vind dat een heel krachtig gevoel. Mezelf serieus nemen is je eigen slager zijn. Zoals ik eerst moeite had om hulp te vragen, voelt het nu bevrijdend om hulp te vragen. Dat voelt niet altijd zo, maar ik zie dat het verandert.

Het verandert - en dat betekent dat het mogelijk is. Dit geeft vertrouwen en een stimulans om te blijven onderzoeken. De dagstructuur tijdens de wake gaf een natuurlijk verloop van de dag. Iets waar ik doorgaans moeite mee heb. Als ik  zelf de dagen moet organiseren dan wordt het snel willekeur;ik ben nu dan ook serieus met roosteren begonnen. Het is fijn om het oefenen overal op toe te passen en niet alleen te reserveren tijdens de trainingen. Dit haalt de druk van de ketel; hier volle bak en hier even uitblazen. Tijdens de wake moest ik ook naar mijn werk gaan,wat niet als belemmering voelde voor mijn oefenen. Het is een fijn om te weten dat het oefenen doorgaat, ook al ben ik aan het werk; er wordt getraind en dat geeft een verbondenheid met de gemeenschap.

We hebben gewerkt met het commentaar op de ‘Parting from the Four Attachments’ van Dzongsar Rinpoche. Het is een kernachtig en bruikbaar werk; in vier regels staat het hele onderricht beschreven. Het is mind-blowing. De kern ligt bij onthechting. Regel één: ‘Als je gehecht bent aan dit leven, ben je geen ware dharma-beoefenaar’. Als ik dit toepas op mijn roosteren, dan moet dat niet kunstmatig gaan worden;je moet begrijpen waarom het nodig is. Geen moet-discipline, maar wil-discipline. Het is heel fijn om dit zo praktisch te kunnen gebruiken. Rijk is het onderricht, en ik ben blij dat Ad ons zoveel ingangen laat zien.

Ik wil leven vanuit innerlijkheid en de wake heeft dit verduidelijkt. De vlam brandt en ik moet te rade gaan bij de vlam. Ik ben ingebed in de warmte, ik ben blij.


Nikkie

Ik keek uit naar de wake: met goed gezelschap het leven vieren, zingen, delen, gerust zijn. Maar ik kwam er al snel achter dat deze kleine motieven weer subtiel hadden gezorgd voor houvast. Dit deed me beseffen dat ik steeds meer begin te zien hoe weinig ik zie. Dat ik graag wil zwemmen in een bad van goedheid is wel duidelijk, maar hoe doe ik dit met belevingen van onrust en spanning: een kaalslag van niets voelen, een verkrampte ademhaling, een kloppende en versnelde hartslag, kwalen van misselijkheid, transpireren en trillingen. Om te beginnen: hoe waak ik over mijn lichaam, ademhaling en geest? De moeite die ik hierbij ondervond is voor mij een teken dat er een taak is te volbrengen.

Wat is betrouwbaar waken? Het behoeden van Mara: voorkomen van overbodigheden, compensatie, welbevinden. Dit werkt het vruchtbaarst vanuit een bemoedigend innerlijk krachtpuntwaar het waken zich ontvouwt. Want zodra Mara ongezien toegang tot me heeft trek ik al snel scheef. Zo werd voelbaar dat ik mijn leven niet aan mezelf toevertrouw, dus daar zit ik dan met mijn ‘goed gedrag’. Een terechte reden om voorzichtig te worden, bescheiden te zijn en hulp toe te laten.

Niets naar buiten willen schenken, geen ‘goede bedoelingen’ uitten, niet zomaar wat zeggen of doen: allemaal potentiële valkuilen die mijn taak doen verwaarlozen. Een serieuze waker keert zijn rug niet om zodra iets hem tegemoet komt. Hij heeft interesse naar wat er zich aan dient. De meditaties en expressievormen maakten op de één of andere manier een pad vrij om te zien dat er angst heerst. Angst voor het onbekende, angst voor gemis, angst voor zinloosheid. Dit maakt mijn taak wel duidelijk: leren kennen en toelaten van deze verschijnselen. Het werd voelbaar dat dit de potentie heeft om de verbinding met goedheid, gerustheid, vertrouwen te versterken.

Een onderdeel van het Tibetaans boeddhisme zet de vier gehechtheden van het bestaan uiteen en toont aan dat onthechting, praktisch te vertalen met loslaten, een essentiële factor vormt voor bevrijding. Het onthechten verfijnt zich: eerst je onthechten van deze wereld, dan van samsara, dan van het ik, en tenslotte van het hechten zelf… Dit doet een stevig beroep op mijn diepst mogelijk verlangen. Fijn dat er zoveel ingangen zijn die hieraan kunnen raken. Ook de liederen van Ad (kwijting en wijding) hebben een heilzame en krachtige werking om hier directer voeling mee te krijgen.

De wake is geen losse schakel aan het einde van het jaar. Het voelt als een onontkoombaar begin van de weg. Ik ben dankbaar voor de oprechte, oningevulde trainingen. Dit is wat mij uit mijn bedstee trekt: het werkt actief, het wekt!